Nederlandse synoniemen voor 'plannen'

N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor plannen.

plannen (ww):
uitstippelen; voorbereiden; inroosteren(nl) (ov) een tijdstip afspreken om iets te doen., vastleggen(en) schedule.
(en) to put together the schedule of an event.
(lt) sudarinėti veikimo [[programa.
, ontwerpen(en) to create a plan for.
(en) to intend.
, van plan zijn(en) to intend.
(en) to create a plan for.
, op(en) schedule., programmeren(lt) sudarinėti veikimo [[programa., uitwerken(en) (intransitive) plan., voor(en) schedule.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken