aanblik

als woordenboektrefwoord:

aanblik:
m. (-ken), het aanzien; gezicht op iets.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

aanblik (zn) :
voorkomen, aanzien, gezicht, uiterlijk, schouwspel, aanzicht, uitzicht, tafereel
aanblik (zn) :
blik

als synoniem van een ander trefwoord:

uiterlijk (zn) :
schijn, voorkomen, aanzien, vorm, gezicht, gedaante, aanblik, aspect, buitenkant, gestalte, schors, aanzicht, uitzicht, aangezicht, exterieur, habitus, fysionomie, buitenzijde
voorkomen (zn) :
schijn, aanzien, optreden, vorm, gezicht, aanblik, uiterlijk, gestalte, aanzicht, uitzicht, presentie, opzicht, look, habitus, fysionomie, tegenwoordigheid
blik (zn) :
gezicht, uitdrukking, oogopslag, aanblik, expressie, gelaatsuitdrukking, gezichtsuitdrukking, fysionomie, gelaatsexpressie, fysiognomie
gezicht (zn) :
voorkomen, aanblik, uiterlijk, toneel, schouwspel, aanzicht, tafereel, gewaarwording
aanzien (zn) :
voorkomen, gezicht, aanblik, aspect, uiterlijk, aanzicht, uitzicht
schouwspel (zn) :
vertoning, gezicht, aanblik, toneel, tafereel, spektakel
uitzicht (zn) :
aanzien, zicht, gezicht, aanblik, aanzicht
zicht (zn) :
gezicht, aanblik, gezichtsvermogen
aanzicht (bn) :
gezicht, aanblik, uitzicht

woordverbanden van ‘aanblik’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

aanblik, gezicht

Beide geven te kennen eene gewaarwording van het oog; gezicht is hiervoor het gewone woord, aanblik is alleen in verheven stijl in gebruik.

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.