bewaren

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

bewaren (ww) :
houden, reserveren, onderhouden, verschonen, sparen, behoeden, behouden, zorgen voor, in stand houden, beschermen, conserveren, opbergen, handhaven, vrijwaren, preserveren
bewaren (ww) :
inleggen, conserveren, inmaken, verduurzamen, wecken
bewaren (ww) :
in acht nemen

als synoniem van een ander trefwoord:

beschermen (ww) :
bewaken, bewaren, hoeden, beveiligen, behoeden, behouden, afdekken, bedekken, verdedigen, dekken, afschermen, vrijwaren, beschutten, schutten, preserveren, protegeren
handhaven (ww) :
staande houden, bewaren, overleven, behouden, aanhouden, volhouden, in stand houden, beschermen, voortgaan met, consolideren
sparen (ww) :
potten, bewaren, verzamelen, bezuinigen, uitsparen, beknibbelen, opsparen, zich ontzeggen, opzij leggen, opzamelen
vrijwaren (ww) :
bewaren, sparen, beveiligen, behoeden, beschermen, dekken, beschutten, preserveren, protegeren
behouden (ww) :
houden, bewaren, behoeden, redden, beschermen, overhouden, bergen, handhaven
preserveren (ww) :
bewaren, beveiligen, beschermen, vrijwaren, beschutten, protegeren
reserveren (ww) :
bewaren, achterhouden, wegleggen, in reserve houden, opzij zetten
behoeden (ww) :
bewaken, bewaren, sparen, beschermen, waken over, beschutten
laten (ww) :
bewaren, stoppen, opbergen, wegleggen, wegbergen
opslaan (ww) :
bewaren, inslaan, opbergen, hamsteren
houden (ww) :
bewaren, hoeden, behouden, hebben
conserveren (ww) :
bewaren, behouden, verduurzamen
hoeden (ww) :
bewaken, bewaren, beschermen
opsparen (ww) :
bewaren, sparen, vergaren
bijhouden (ww) :
bewaren
conservatie (zn) :
bewaren, bewaring, behoud, conservering

woordverbanden van ‘bewaren’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Voor iets zorgen; maken dat iets geene schade lijdt. Bewaren en in nog hoogere mate behoeden worden alleen gebruikt, als er voor het aan onze zorg toevertrouwde gevaar dreigen kan; de drie andere woorden daarentegen sluiten in, dat dit gevaar werkelijk dreigt, zoodat 's menschen werkdadige tusschenkomst, of die van het Opperwezen, noodig is, om het af te wenden. Bewaren is zorg dragen dat iets ongeschonden blijft, behoeden is sterker, en veronderstelt een voortdurend in het oog houden der aan onze zorg toevertrouwde zaak. Beschermen en beschutten is voor iets, dat bedreigd wordt, een scherm of schut zijn; derhalve zich plaatsen tusschen het bedreigde en hetgeen bedreigt. Beveiligen laat alle middelen ter zijde en drukt alleen uit, dat men zorgt dat de toevertrouwde zaak of persoon in veiligheid komt.

Bergen, heeft de beteekenis van iets op eene veilige plaats brengen. Het lijf bergen. De zeilen bergen. Opbergen zegt hetzelfde, maar stelt op den voorgrond, dat het opgeborgene in veiligheid wordt gebracht, door het in eene daarvoor bestemde kist, kast, doos enz. te bergen. Bewaren, (iets beveiligen door het in het oog te houden, er zorg voor te dragen) is de veiligheid van iets duurzaam verzekeren, zorgen dat het niet verloren ga, vervreemd worde of wegrake. 't Vergadren viel hem zwaar, nog zwaarder viel 't bewaren. Wegsluiten zegt, dat men aan hetgeen men bewaren wil, tot groote zekerheid, eene plaats achter slot geeft, waar het geheel buiten het bereik van anderen is.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

Zorgen, dat geen kwaad iemand of iets kan deren.

De beide eerste woorden worden alleen gebruikt, om aan te wijzen, dat er gevaar dreigen kan; de overige drie onderstellen, dat er werkelijk gevaar dreigt.

Bewaren is zorgen, dat iets in ongeschonden staat blijft, dat dus geen schadelijke invloeden op iets kunnen werken, m. a. w. dat het gevaar verre blijft. Bewaar dit boek goed. Moogt gij voor zulk een ramp bewaard blijven! d. w. z. moge zulk een ramp verre van u blijven.

Behoeden onderstelt ook wel hetzelfde als bewaren, maar voegt er tevens bij, dat men op zijn hoede is, dus dat men voortdïirend het ons toevertrouwde in het oog houdt; dientengevolge is het sterker dan bewaren. God behoede u op uw verren tocht!

Beschermen en beschutten duiden beiden aan, dat er een middel gebruikt wordt, n.l. een scherm en een schut, om het gevaar te keeren. Een scherm houdt de uitwerking van iets tegen (vuurscherm), een schut moet meer den aanvaller afweren. Wat dus beschermt of beschut, plaatst

zich tusschen den aanvaller en den aangevallene. De Alpen beschutten de Povlakte tegen de noordenwinden. De duinen beschermen ons land tegen de zee (n.l. haar overstrooming). Het gebruik wil echter, dat beschutten meer op schadelijke invloeden en beschermen meer op gevaren ziet: Gij moet u tegen den houden wind beschutten. Ik zal u tegen dit gevaar beschermen.

Beveiligen wijst aan, dat iets in veiligheid komt of blijft, terwijl beschermen en beschutten nog altijd eenig gevaar onderstellen. In zijn afzondering was hij volkomen beveiligd tegen zijn vijanden. — Het is dus sterker dan beschermen of beschutten.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 251:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 305:

bergen, bewaren, wegleggen

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 268:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

bewaren
afdragen, weggooien

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c