klem

als woordenboektrefwoord:

klem:
v. (-men), soort voetangel; de klem in de mond, stijfkramp; verlegenheid : in de klem, zitten ; nadruk : met klem spreken.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

klem (zn) :
overtuiging, nadruk, aandrang, emfase
klem (zn) :
pen, sluiting, knijper, clip, klamp
klem (zn) :
verlegenheid, benauwdheid
klem (zn) :
tetanus
klem (zn) :
val
klem (bn) :
klemmend, vastgeklemd
klem (bn) :
vast, beklemd, knel
klem (bn) :
knijp, in de knoei

als synoniem van een ander trefwoord:

nadruk (zn) :
klemtoon, accent, kracht, klem, aandrang, beklemtoning, accentuering, accentuatie, aplomb, emfase
val (zn) :
knip, klem, muizenval, strik, valkuil, valstrik, set-up, voetangel
klamp (zn) :
anker, klem, kikker, beugel, haak, klink, klos
haak (zn) :
klem, klauw, gesp, kram, loet
emfase (zn) :
ophef, klem, nadruk
schroef (zn) :
klem, bankschroef
pen (zn) :
klem, knijper
aandrang (zn) :
klem, nadruk
kracht (zn) :
klem, nadruk
knijper (zn) :
klem, clip
beklemd (bn) :
klem, bezorgd, angstig, benauwd, knel

woordverbanden van ‘klem’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

klem, nadruk

Kracht van taal. Klem ziet op het overtuigende der bewijsgronden, die men aanvaart; nadruk op het vuur, de bezieling, waarmee men spreekt. Een klemmend betoog. Iemand met nadruk waarschuwen.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 464:

nadruk, klem

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

klem
los

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.004 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.