leemte
als woordenboektrefwoord:
- leemte:
- v. (-n), gebrek, onvolledigheid, inz. in enig boek of geschrift.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
- opening (zn) :
- split, mond, ontsluiting, spleet, holte, gaatje, uitlaat, gat, gleuf, monding, hiaat, bres, leemte, gaping
- gemis (zn) :
- verlies, gebrek, tekortkoming, mankement, leemte, derving, ontstentenis
- niets (zn) :
- leegte, vlakte, leegheid, vacuüm, ledigheid, leemte, wezenloosheid
- hiaat (zn) :
- leegte, opening, kloof, vacuüm, leemte, manco, lacune, gaping
- manco (zn) :
- leegte, tekort, gebrek, hiaat, leemte, lacune, gaping
- lacune (zn) :
- leegte, holte, hiaat, leemte, gaping
- leegheid (zn) :
- leegte, gemis, hiaat, leemte
- tekortkoming (zn) :
- hiaat, leemte, gaping
woordverbanden van ‘leemte’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
- gebrek:
- tekort, schaarste, ontbreken, ontstentenis, afwezigheid, nood, krimp, gemis, ontbering, zorg, verlegenheid, behoefte, leemte
- hiaat:
- leemte
- tekortkoming:
- fout, leemte
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 361:
leemte, gebrekkelijkheid, verminktheid
bij andere sites:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
overige:
debug info: 0.0024 c
