vóór

als woordenboektrefwoord:

voor, vore:
v. (voren), geul, rimpel.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

voor (bn) :
pro
voor (bw) :
ante, vooraf, voorafgaand aan
voor (bw) :
vooraan
voor (bw) :
naar
voor (vw) :
aleer, alvorens, vooraleer, voordat
voor (vw) :
om, omwille van
voor (vw) :
tot
voor (zn) :
groef, kielspit, ploegsnede, ploegvoor, vore
voor (zn) :
rimpel
voor (vz) :
gedurende
voor (vz) :
pro

als synoniem van een ander trefwoord:

tot (vz) :
aan, ad, in, naar, om, op, pro, te, tegen, ter, voor
naar (vz) :
op, tegen, voor
over (vz) :
geleden, voor
ad (vz) :
te, tot, voor
pro (vz) :
voor
eer (vw) :
aleer, alvorens, eerder, voor, vooraleer, voordat
alvorens (vw) :
aleer, voor, vooraleer, voordat
mits (vw) :
tegen, voor
groef (zn) :
cannelure, geultje, gleuf, goot, groeve, insnijding, keep, ril, rits, sleuf, voor, vore
rimpel (zn) :
frons, fronsel, groef, voor, vore
eerst (bw) :
aanvankelijk, vroeger, tevoren, vooreerst, vóór, in het begin

woordverbanden van ‘vóór’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 24:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

vóór
achter, anti, na, nadat, tegen, van

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0041 c