poen

als woordenboektrefwoord:

poen:
m. (-en), gemene vent.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

poen (zn) :
geld, pecunia, slappe was, ping-ping, duiten, centen
poen (zn) :
opschepper, patser, dikdoener, snoever, parvenu

als synoniem van een ander trefwoord:

opschepper (zn) :
poen, druktemaker, praatjesmaker, lefgozer, bluffer, branieschopper, windbuil, showbink, branie, banjer, pocher, snoever, ophakker, braniemaker, schreeuwlelijk, grootspreker, lawaaimaker, stoefer
geld (zn) :
bloed, moppen, poen, middelen, kapitaal, contanten, vermogen, cash, schijven, noppen, ping, specie, pecunia, slappe was, centen, pegulanten, duimkruid, duiten, pingping, molm, thesaurie
pecunia (zn) :
geld, poen, gelden, vermogen, cash, ping, slappe was, pegulanten, pegels, duiten, centen, pingping
gelden (zn) :
geld, poen, middelen, ping, pecunia, pegulanten, geldmiddelen, pingping
patser (zn) :
opschepper, poen, dikdoener, patstrapper, patjepeeër, grootdoener
pooier (zn) :
poen, souteneur, bikker

woordverbanden van ‘poen’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0032 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.