aanbevelen

als woordenboektrefwoord:

aanbevelen:
(beval aan, aanbevolen).

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

aanbevelen (ww) :
voordragen, aanraden, aanprijzen, recommanderen

als synoniem van een ander trefwoord:

adviseren (ww) :
raden, aanraden, advies geven, aanbevelen, recommanderen, op het hart drukken
aanraden (ww) :
adviseren, aanprijzen, aanbevelen, recommanderen, op het hart drukken
voordragen (ww) :
voorstellen, indienen, aanbevelen, refereren
opdragen (ww) :
aanbieden, aanbevelen, toevertrouwen
pushen (ww) :
promoten, aanbevelen

woordverbanden van ‘aanbevelen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

aanbevelen, aanpreken, aanprijzen

Eene zaak of persoon bij iemand noemen, ten einde eene gunstige stemming er voor op te wekken. Aanbevelen is het noemen van iemand of iets, als zijnde de belangstelling of gunst bijzonder waardig. Ik beveel u mijn zoon aan. Een eigenaardige belangstelling in een persoon ligt in de beteekenis van aanbevelen, waar het voorkomt in art. 593 e. v. van het Wetb. van Burg. Rechtsvordering: een schuldenaar in gijzeling aanbevelen, nl. om hem verder in gijzeling te houden, vgl. fransch recommander. Een persoon of eene zaak door het opsommen van al de goede hoedanigheden aan een ander zeer sterk aanbevelen, noemt men aanprijzen. Goede waar behoeft men niet sterk aan te prijzen. Sterk aanprijzen en iemand eene zaak opdringen heet aanpreeken; Die koopman weet zijne waar zoo netjes aan te preeken, dat men wel van hem koopen moet. Aanbevelen kan ook het denkbeeld uitdrukken van de zorg voor het aanbevolene iemand toevertrouwen, aanprijzen heeft deze beteekenis niet. Ik beveel u mijn huis aan. Ik beveel u mijne belangen aan. Hij beval Gode zijne ziel.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

aanprijzen, prijzen, aanbevelen

De voortreffelijke eigenschappen van iets of iemand opnoemen.

Prijzen zegt, dat dit in woorden geschiedt en als gevolg van groote tevredenheid: hij prijst zijn knecht altijd. Aanprijzen heeft het bijdenkbeeld, dat. men den hoorder gunstig wil stemmen om hem tot koopen of aannemen aan te sporen. Zijn waren aanprijzen.

Aanbevelen heeft de bijgedachte, dat men voor ds aanbeveling zich op eigen ondervinding of inzicht mag beroepen, en zich eenigszins borg stelt: Een onderwijzer aanbevelen. Een plan aanbevelen

(In de uitdrukking: Prijs den Heer! is prijzen meer: lofzingen; en aanbevelen kan ook beteekenen: iemands gunst of zorgen inroepen: Ik beveel mijn zoon in uw hoede aan.)

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 46:

aanprijzen, aanbevelen

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

aanbevelen
afkraken, kraken

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0038 c