achten

als woordenboektrefwoord:

achten:
(achtte, geacht), acht op iets geven; oordelen; hoogachten.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

achten (ww) :
denken, vinden, beschouwen, rekenen, geloven, oordelen, menen, aanmerken als, wanen
achten (ww) :
respecteren, prijzen, waarderen, eren, hoogschatten
achten (ww) :
opletten, acht slaan, waken
achten (ww) :
schatten, keuren

als synoniem van een ander trefwoord:

waarderen (ww) :
respecteren, bewonderen, achten, op prijs stellen, aanslaan, aanbidden, eerbiedigen, appreciëren, hoogachten, hoogschatten, valoriseren
prijzen (ww) :
zegenen, danken, achten, verheerlijken, verheffen, loven, roemen, lauweren, bewieroken, grootmaken
menen (ww) :
denken, vinden, vermoeden, van mening zijn, veronderstellen, achten, geloven, oordelen, peinzen
geloven (ww) :
denken, aannemen, vinden, vermoeden, vertrouwen, veronderstellen, achten, menen, betrouwen
bevinden (ww) :
inzien, vaststellen, beoordelen, zien, uitmaken, achten, schatten, oordelen
vinden (ww) :
denken, beschouwen als, van mening zijn, achten, geloven, menen
schatten (ww) :
beoordelen, waarderen, achten, aanslaan, appreciëren
beschouwen als (ww) :
houden voor, achten, rekenen tot, aanmerken als
oordelen (ww) :
denken, beschouwen, zeggen, achten, keuren, menen
respecteren (ww) :
achten, ontzien, in ere houden, eren, hoogachten
hoogschatten (ww) :
waarderen, achten, appreciëren, hoogachten
aanzien voor (ww) :
beschouwen, houden voor, rekenen, achten
censeren (ww) :
beoordelen, waarderen, achten, schatten
eren (ww) :
respecteren, achten, eerbiedigen
inzien (ww) :
beoordelen, houden voor, achten
houden (ww) :
aanzien, houden voor, achten
keuren (ww) :
vinden, rekenen, achten
rekenen (ww) :
beschouwen, achten

woordverbanden van ‘achten’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Iets met meer of minder zekerheid voor waar houden. Denken, dat soms in dezen zin gebruikt wordt, drukt dit begrip het sterkst uit, en sluit nagenoeg iederen twijfel bij den persoon buiten. Ik wist het wel niet zeker, maar ik dacht toch dat, het waar was. Bij achten en rekenen kan eenige twijfel bestaan, meenen en nog sterker vermoeden geven zulks uitdrukkelijk te kennen. Vermoeden geeft te kennen dat men gist zonder resultaat, meenen dat men eene onzekere gedachte uitspreekt. Ik acht het raadzaam u den weg te wijzen. Hij rekende mij onbekwaam. Wij konden niet vermoeden wat de reden zijner stijfheid was. Gelooven, in tegenoverstelling met weten, is synoniem met meenen, doch het kan ook beteekenen vast voor waar houden, maar dan alleen op het getuigenis van een ander, in wien men vertrouwen stelt: Geloof niet al wat men vertelt; terwijl men meenen gebruikt als het denkbeeld bij den persoon zelf ontstaan is: Meen niet dat gij alles weet. Wanen duidt altijd een valsch oordeel aan, dat aan hem, die het woord bezigt, als zoodanig bekend is. Men waande Napoleon op Elba onschadelijk te hebben gemaakt. Vermeenen wordt gebruikt als men op bescheiden wijze zijne meening wil uitdrukken: Ik vermeen dat het zoo behoort.

Aan iemand of iets eene zekere waarde toekennen. Bij achten, dat van acht, opmerkzaamheid, oplettendheid komt, staat meer de belangstelling op den voorgrond, die men iemand of iets waardig keurt; bij schatten en waardeeren denkt men meer aan de waarde of den prijs, waarop men het in zijne gedachten stelt. Schatten en waardeeren zien meer op de stoffelijke waarde: maat, gewicht, prijs. Schatten is onbepaalder dan waardeeren. Beide woorden worden ook van personen gezegd. Schatten heeft dan de beteekenis van achten, is steeds van een bepalend woord vergezeld, en heeft over 't algemeen meer op de eene of andere eigenschap van den persoon betrekking, dan op den persoon zelf. Achten kan van een bijwoord van hoeveelheid vergezeld gaan. Iemand weinig achten, gering achten, hoog achten, doch achten zonder meer staat in beteekenis met hoogachten gelijk: een algemeen geacht man. Schatten en waardeeren verschillen in zoover van elkaar, dat schatten meer raadt naar de waarde, die iets heeft, waardeeren meer is de waarde bepalen, en van handelingen gebruikt, iets op den juisten prijs stellen. Een zeldzamen diamant zou men met meer juistheid onschatbaar dan onwaardeerbaar kunnen noemen, omdat zijne innerlijke waarde moeielijk is op te geven, en zijn prijs zich ten slotte regelt naar de som, die de liefhebbers bereid zijn er voor te besteden.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

achten, waarderen

De waarde van iemand of iets erkennen.

Waardeeren zegt men van alles, wat waarde voor ons heeft, wat men op prijs wil stellen; iemands moeite waardeeren; gij moogt dit mooie weer wel waardeeren. Achten doet men alleen menschen en wel om hun zedelijke waarde of maatschappelijke betrekking. Men waardeert een hond om zijn waakzaamheid; men acht hem niet.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 85:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 86:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 268:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

achten
miskennen

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0033 c

[foutje]