afmatten

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

afmatten (ww) :
afbeulen, afjakkeren, afpeigeren, aftobben, uitputten, vermoeien

als synoniem van een ander trefwoord:

uitputten (ww) :
afmatten, aftobben, radbraken, slopen, uitmergelen, vermoeien
afpeigeren (ww) :
afbeulen, afjakkeren, afmatten, uitputten
afrijden (ww) :
afmatten, uitputten
vermoeien (ww) :
afmatten, uitputten

woordverbanden van ‘afmatten’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Vermindering van krachten teweegbrengen. Ontstaat deze vermindering tengevolge van zwaren of langdurigen arbeid, dan is men vermoeid; ontstaat door de vermoeienis uitputting der krachten van het lichaam of van den geest, dan is men afgemat. Te zware inspanning, maar vooral gebrek, ziekte en geestelijke kwellingen matten af. Uitputting is een hooge graad van vermoeidheid of afmatting; het geheel gebruiken als het ware, van de hoeveelheid kracht, waarmee het lichaam of de geest toegerust is. Wie vermoeid of zelfs afgemat is, zou zijn werk desnoods nog kunnen voortzetten, wie uitgeput is, ziet zich gedwongen het althans voorloopig te staken. Figuurlijk: iemands geduld uitputten = maken, dat hij al zijn geduld verliest. Zich afsloven onderstelt niet alleen eene zeer sterke, maar ook eene langdurige afmattende inspanning. Afgetobd is uitgeput tengevolge van ingespannen arbeid gepaard met zware zorgen en angst. Het lange waken en de voortdurend angst hadden de arme vrouw zoo afgetobd, dat er hulp moest komen.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 126:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0022 c