bekleden

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

bekleden (ww) :
kleden, voeren, behangen, bedekken, kaften, inpakken, beschieten, overtrekken, draperen, stofferen, inwikkelen, beschoeien, capitonneren
bekleden (ww) :
bezetten, vervullen, innemen, uitoefenen

als synoniem van een ander trefwoord:

bedekken (ww) :
kleden, verhullen, behangen, omkleden, bekleden, afdekken, dekken, beleggen, verbergen, overtrekken, toedekken, overladen, omhullen, bedelven, overdekken, hullen, overtijgen, omsluieren
waarnemen (ww) :
uitvoeren, aflossen, overnemen, invallen, bekleden, invallen voor, vervangen, vervullen, inspringen voor, inspringen
uitoefenen (ww) :
voeren, bedrijven, bekleden, beoefenen, gebruiken, verrichten, drijven, toepassen, aanwenden, exerceren
bezetten (ww) :
bemannen, bekleden, beslaan, innemen, occuperen, bepleisteren
beleggen (ww) :
bekleden, bedekken, leggen op, besmeren
voeren (ww) :
houden, bekleden, hebben, uitoefenen
kleden (ww) :
bekleden, bedekken
aankleden (ww) :
bekleden
innemen (ww) :
bekleden
omkleden (ww) :
bekleden
overtrekken (ww) :
bekleden
vervullen (ww) :
bekleden

woordverbanden van ‘bekleden’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 35:

dekken, bedekken, bekleden

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

bekleden
ontkleden

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0048 c

[foutje]