bestaan

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

bestaan (ww) :
voorkomen, wezen, zijn
bestaan (ww) :
kunnen, mogelijk zijn
bestaan (ww) :
presteren, wagen
bestaan (ww) :
leven, rondkomen
bestaan (zn) :
doen en laten, existentie, existeren, handel en wandel, leven, zijn
bestaan (zn) :
kost, levensonderhoud, onderhoud, onderhoudskosten, subsistentie
bestaan (zn) :
brood, broodwinning, inkomen

als synoniem van een ander trefwoord:

voorkomen (ww) :
bestaan, gebeuren, geschieden, gevallen, optreden, spelen, verkeren, voorvallen, zich voordoen, zijn
wagen (ww) :
aandurven, avonturen, bestaan, besteken, durven, onderstaan, riskeren
duren (ww) :
aanhouden, beklijven, bestaan, voortduren
leven (ww) :
bestaan, existeren, in leven zijn, zijn
heersen (ww) :
bestaan, optreden, voorkomen
zijn (ww) :
bestaan, existeren, wezen
wezen (ww) :
bestaan, existeren, zijn
lopen (ww) :
bestaan, zich vertonen
rondlopen (ww) :
bestaan
kostwinning (zn) :
bestaan, bestaansmiddel, brood, broodwinning, inkomen, nering
leven (zn) :
aanzijn, bestaan, hachje, verblijven, vita, wonen, zijn
broodwinning (zn) :
bestaan, bestaansmiddel, inkomstenbron, kostwinning
zijn (zn) :
aanwezigheid, bestaan, existentie, leven
onderhoud (zn) :
bestaan, levensonderhoud, subsistentie
wezen (zn) :
aanwezigheid, bestaan, zijn
living (zn) :
bestaan, levensonderhoud
existentie (zn) :
bestaan, leven, zijn

woordverbanden van ‘bestaan’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Bestaan drukt uit het werkelijk wezen of zijn van iemand of iets. Aanwezen en het tegenwoordig meer gebruikt wordende, maar geheel hetzelfde beteekenende aan zijn, duiden het bestaan in de werkelijkheid van iets of iemand aan, in tegenstelling van het bloote bestaan in de gedachten. God heeft als Schepper der wereld het aanzijn gegeven, en Hij zorgt als onderhouder voor haar bestaan. Leven is het bestaan van hetgeen bewerktuigd is, doch ziet meer op de functie, die er bij verricht wordt. De kat heeft een taai leven.

De middelen, waardoor iemand in zijn onderhoud voorziet. Bestaan valt hier eigenlijk niet onder, omdat dit woord het zijn of leven in zijn wijdsten omvang aanduidt; in engeren zin is het echter wel synoniem met broodwinning, enz. daar het ook gebruikt wordt voor die middelen tot onderhoud, waarbij handenarbeid niet zoo bepaald op den voorgrond treedt; b.v. hij vindt zijn bestaan in den graanhandel. Even zeer als men spreekt van ruim leven kan men zeggen: hij heeft er een ruim bestaan. Van de andere woorden kan men zulks niet zeggen. Broodwinning, kostwinning en nering zien op het verdienen van wat voor het levensonderhoud noodig is. Nering is in het algemeen het levensonderhoud, de voeding, en wordt verder gebruikt voor het verdienen ervan door handel drijven. Bij kostwinning en broodwinning denkt men aan het winnen, het arbeiden voor den kost, voor het brood, dat tot onderhoud dient. Brood staat hierin, als pars pro toto (deel voor het geheel), voor onderhoud.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 69:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 476:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 418:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
bijvoeglijk naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0035 c