bidden

als woordenboektrefwoord:

bidden:
(bad, gebeden), een gebed doen ; smekend vragen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

bidden (ww) :
danken, smeken, vragen, bezweren, gebeden
bidden (ww) :
danken

als synoniem van een ander trefwoord:

vragen (ww) :
bieden, verzoeken, bidden, smeken, verlangen, vorderen, eisen, aanroepen, inroepen
bezweren (ww) :
bidden, smeken, zweren

woordverbanden van ‘bidden’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

aanroepen, bidden, smeken

Zijne stem verheffen tot iemand, teneinde hulp of bijstand te verkrijgen, of vervulling zijner wenschen te erlangen. Aanroepen veronderstelt eigenlijk, dat men iemand, die machtiger is, luide te hulp roept; doch het is ook voor het stil gebed in gebruik gekomen. Roep God aan in al uw nooden. Bidden is zich met een gebed richten tot God of eene bovenmenschelijke macht. Hij bad God om vergiffenis. Vaak wordt bidden absoluut gebruikt: Waakt en bidt. In de beteekenis: zich met een min of meer dringend verzoek richten tot een mensch is bidden tegenwoordig slechts meer in enkele bepaalde uitdrukkingen in gebruik: iemand om verschooning bidden; zeg dus nooit, bid ik u, dat gij hierover niet spreken wilt (Geel); wat ik u bidden mag, geef hem geen gelijk; met bidden noch smeeken kon ik hem daartoe bewegen. In dezen laatsten zin heeft smeeken zijn gewone beteekenis van eene dringende, vurige bede uiten. Hij smeekte met tranen in de oogen om vergiffenis.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

aanroepen, bidden, smeken

Zich in nood of gevaar tot iemand wenden, ten einde diens hulp of bijstand te verkrijgen of de vervulling zijner wenschen te erlangen.

Aanroepen gebruikt men hoofdzakelijk, als men den Almachtige luide en eenigszins gejaagd om hulp vraagt en zich daarbij geheel op Zijn voorzienigheid verlaat Roep Hem aan in den dag der benauwdheid en Hij zal u ruste geven.

Bidden onderstelt, dat men kalmer aan God (of iemand, die ons kan helpen) om hulp vraagt, terwijl smeeken een vuriger en dringender bede te kennen geeft. — De voorganger bad God om een voorspoedigen oogst. Hij smeekte Hem, het leven der kranke vorstin te sparen.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 48:

aanroepen, bidden, smeken

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0029 c