blank

als woordenboektrefwoord:

blank:
bn. bw. (-er, -st), blinkend; wit; onbevlekt.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

blank (bn) :
kleurloos, ongekleurd, ongeverfd, smetteloos, wit
blank (bn) :
lelieblank, onbedorven, onbezoedeld, rein, zuiver
blank (bn) :
onder water, overspoeld, overstroomd
blank (bn) :
blanco, onbeschreven
blank (bn) :
glanzend, helder
blank (bn) :
rijmloos

als synoniem van een ander trefwoord:

wit (zn) :
blanco, blank, bleek
smetteloos (bn) :
blank, onbedorven, onberispelijk, onbesproken, onbezoedeld, ongerept, ongevlekt, rein, vlekkeloos, zuiver

woordverbanden van ‘blank’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

wit, blank, bleek

Wit noemt men een voorwerp, door welks oppervlakte alle lichtstralen worden teruggekaatst; bleek hetgeen niet hoog van kleur is, en wat het witte nadert. Een wit paard, witte sneeuw, eene bleeke kleur, bleeke inkt, een bleek gelaat. Blank wordt enkel gebezigd van eene gladde, blinkende oppervlakte. Van de huid van mcnschen of dieren gezegd, is het 't tegenovergestelde van donker, bruin of geel. De blanken. Blank als zilver. Een blank zwaard. De velden staan blank. Figuurlijk heeft blank de beteekenis van rein, oprecht. Een blank gemoed.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 357:

wit, blank

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c