bout

als woordenboektrefwoord:

bout:
m. (-en), ijzeren of houten staaf; vierendeel van een rund enz.; eendvogel.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

bout (zn) :
lieveling, schat
bout (zn) :
ruft, scheet
bout (zn) :
strijkbout
bout (zn) :
pin, spie
bout (zn) :
schenkel
bout (zn) :
smeris

als synoniem van een ander trefwoord:

schat (zn) :
amant, beminde, bout, darling, engel, geliefde, hartendief, hartenlap, lief, liefje, lieveling, lieverd, lieverdje, minnaar, schattebout, snoepje, snoes, vlam, zoetelief, uitverkorene
wind (zn) :
bout, buikwind, darmgas, flatus, gasje, poep, poepje, ruft, scheet, veest, windje
schoonheid (zn) :
beauty, bout, honnepon, honneponnie, moot, plaatje, schattebout, schone, stuk
lieveling (zn) :
bout, darling, dot, lieverd, schat, schatje, snoes, sweetheart
pin (zn) :
bout, deutel, nagel, pen, plug, punaise, spie, stift
poot (zn) :
bout, hand, jat, klauw, tengel, vinger
schroef (zn) :
bout
wild (bn) :
baldadig, bout, dol, driftig, onbeheerst, onbeschaafd, onbesuisd, onbeteugeld, ongeregeld, ongetemd, onstuimig, ruig, ruw, stormachtig, vurig, woest

woordverbanden van ‘bout’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0029 c