bouw

als woordenboektrefwoord:

bouw:
m. het bouwen; samenstelling.
bouw:
v. (-s), O. I. vlaktemaat = 71 Are.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

bouw (zn) :
aanleg, bouwtrant, constructie, gestalte, maaksel, makelij, opbouw, vorm
bouw (zn) :
opstelling, opzet, raderwerk, samenhang, samenstel, structuur
bouw (zn) :
bouwplaats, bouwterrein
bouw (zn) :
bouwbedrijf, bouwerij
bouw (zn) :
bebouwing, bewerking
bouw (zn) :
kweek, teelt, verbouw
bouw (zn) :
bouwnijverheid

als synoniem van een ander trefwoord:

structuur (zn) :
bouw, compositie, opbouw, profiel, samenstelling, vorm
figuur (zn) :
bouw, gedaante, gestalte, lichaamsvorm, postuur, vorm
gebouw (zn) :
bouw, bouwwerk, complex, constructie, monument, pand
makelij (zn) :
bouw, constructie, fabricaat, factuur, maaksel
vorm (zn) :
bouw, constructie, modus, uitvoering, wijze
samenstel (zn) :
bouw, constructie, inrichting, structuur
constructie (zn) :
aanleg, bouw, inrichting, vorming
creatie (zn) :
bouw, opwekking, schepping
aanleg (zn) :
bouw, constructie
opbouw (zn) :
bouw, structuur
gebeente (zn) :
botten, bouw
architectuur (zn) :
bouw

woordverbanden van ‘bouw’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

bouw
afbraak

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0036 c