cijfer

als woordenboektrefwoord:

cijfer:
o. (-s), getalmerk.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

cijfer (zn) :
code, geheimschrift
cijfer (zn) :
beoordeling
cijfer (zn) :
getal

als synoniem van een ander trefwoord:

beoordeling (zn) :
oordeel, kritiek, waardering, inschatting, cijfer, bespreking, taxatie, recensie, quotering, rating, oordeelvelling
punt (zn) :
score, cijfer, waarderingscijfer
aantekening (zn) :
cijfer

woordverbanden van ‘cijfer’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

cijfer, getalmerk

Beide woorden duiden de teekens aan, waardoor men een getal in schift uitdrukt. Cijfer staat wel eens voor de verzameling der getalmerken, het getal; b.v. in: Hij is eene nul in het cijfer. Cijfer noemt men ook het geheime schrift, waarvan de diplomatieke agenten in hunne correspondentie met hunne regeeringen, en deze omgekeerd, zich bedienen. Het eerste woord is meer gebruikelijk dan het laatste.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 428:

cijfer, getalmerk

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0037 c