drijven

als woordenboektrefwoord:

drijven:

(dreef, gedreven); een zaak drijven, beheren; de spot drijven, voor de gek houden.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

drijven (ww) :

voortbewegen, inspireren, bezielen, aanzetten, bewegen tot, teweegbrengen, pressen, voortstuwen

drijven (ww) :

voeren, bedrijven, regelen, besturen, leiden, uitoefenen, exploiteren, runnen

drijven (ww) :

manen, aansporen, aanjagen, aanmanen, pushen

drijven (ww) :

zwemmen, zweven, zeilen, dobberen

drijven (ww) :

jagen, opdrijven

drijven (ww) :

stoten, duwen

drijven (ww) :

ciseleren

als synoniem van een ander trefwoord:

aanzetten (ww) :

opwekken, oproepen, uitnodigen, aanmoedigen, inspireren, bemoedigen, prikkelen, manen, aansporen, drijven, bewegen, aanjagen, aandrijven, stimuleren, aanwakkeren, ophitsen, ingeven, opstoken, aanmanen, opzwepen, jachten, pushen, opruien, aanvuren, opporren, nopen, aanporren, verhaasten, instigeren, aanstoken, pramen, aanhitsen

aanvuren (ww) :

opwekken, opjagen, aanmoedigen, prikkelen, aansporen, drijven, bezielen, aanzetten, stimuleren, aanwakkeren, ophitsen, opzwepen, opporren, voortdrijven, verhaasten, aanstoken, pramen, aanhitsen

aansporen (ww) :

opwekken, opjagen, aanmoedigen, prikkelen, drijven, aanzetten, stimuleren, aanwakkeren, ophitsen, opzwepen, aanvuren, opporren, voortdrijven, verhaasten, aanstoken, pramen, aanhitsen

aanstoken (ww) :

opjagen, aanmoedigen, prikkelen, aansporen, drijven, stimuleren, ophitsen, opstoken, opzwepen, opruien, aanvuren, opporren, hitsen, voortdrijven, verhaasten, pramen, aanhitsen

aanwakkeren (ww) :

aanmoedigen, prikkelen, drijven, activeren, aanzetten, stimuleren, ophitsen, aanzwengelen, opzwepen, aanvuren, opporren, verhaasten, aanstoken, pramen, aanhitsen

aandrijven (ww) :

aanmoedigen, opzetten, aansporen, motiveren, drijven, bewegen, aanzetten, ophitsen, ingeven, zwepen, aanvuren, opporren, hitsen, aanhitsen

leiden (ww) :

voeren, begeleiden, rondleiden, meenemen, drijven, brengen, geleiden, gidsen, loodsen, mennen, piloteren, de weg wijzen

inspireren (ww) :

oproepen, aanmoedigen, toejuichen, drijven, brengen, bewegen, aanzetten, stimuleren, instigeren, elektriseren

uitoefenen (ww) :

voeren, bedrijven, bekleden, beoefenen, gebruiken, verrichten, drijven, toepassen, aanwenden, exerceren

duwen (ww) :

schuiven, stoten, drijven, dringen, drukken, persen, porren, prangen, douwen, een zet geven, doffen

bezielen (ww) :

inspireren, leven geven aan, drijven, animeren, vitaliseren, aanvuren, verrukken, begeesteren

voeren (ww) :

begeleiden, beheren, meenemen, drijven, brengen, gidsen, de weg wijzen

jagen (ww) :

verdrijven, opjagen, drijven, aandrijven, jachten, voortdrijven

jakkeren (ww) :

scheuren, racen, drijven, rijden, opdrijven, voortjagen

stoten (ww) :

verdringen, schuiven, drijven, dringen

runnen (ww) :

beheren, drijven, leiden, exploiteren

houden (ww) :

voeren, beheren, drijven, runnen

baden (ww) :

zwemmen, drijven, zwelgen

zweven (ww) :

vlotten, drijven, zeilen

exploiteren (ww) :

drijven, leiden, runnen

hangen (ww) :

zweven, drijven

zwemmen (ww) :

baden, drijven

woordverbanden van ‘drijven’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 71:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 115:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 400:

woorden met een verwante vorm:

zie ook:

bij andere sites: