hindernis

als woordenboektrefwoord:

hindernis:
v. (-sen), stoornis ; belemmering.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

hindernis (zn) :
barrière, belemmering, beletsel, drempel, handicap, hinderpaal, hobbel, horde, impediment, klip, moeilijkheid, obstakel, rem, sta-in-de-weg, struikelblok, struikelsteen, verhindering, versperring

als synoniem van een ander trefwoord:

belemmering (zn) :
afschrikmiddel, barrière, beletsel, beteugeling, bezwaar, drempel, handicap, hinder, hindernis, hinderpaal, hobbel, impediment, obstakel, obstructie, ontmoediging, rem, remming, sta-in-de-weg, storing, struikelblok, struikelsteen, verhindering, versperring
beletsel (zn) :
belemmering, beteugeling, bezwaar, handicap, hinder, hindernis, hinderpaal, impediment, obstakel, obstructie, ontmoediging, probleem, remming, sta-in-de-weg, storing, struikelblok, struikelsteen, verhindering, versperring
obstakel (zn) :
barrière, belemmering, beletsel, hindernis, hinderpaal, sta-in-de-weg, struikelblok, tegenstand
barrière (zn) :
belemmering, hek, hindernis, obstructie, slagboom, versperring
klip (zn) :
gevaar, hindernis, hinderpaal, moeilijkheid
hinderpaal (zn) :
belemmering, beletsel, hindernis, obstakel
barrière (zn) :
drempel, hindernis, kloof, muur, obstakel
drempel (zn) :
belemmering, hindernis, weerstand
incident (zn) :
hindernis, stoornis, verstoring
handicap (zn) :
belemmering, hindernis, nadeel
horde (zn) :
hindernis

woordverbanden van ‘hindernis’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Hetgeen de uitvoering onzer oogmerken of plannen bemoeilijkt. Belemmering, verhindering is de daad van belemmeren of verhinderen; bij het eerste denkt men alleen aan iets, dat het moeilijk maakt om tot het doel te komen; bij het laatste aan iets, dat het noodzakelijk maakt de uitvoering van het plan op te geven; hindernis (ook verhindering en belemmering) hetgeen oponthoud teweegbrengt, en bij onvoldoende kracht belet om tot het doel te komen (eene harddraverij met hindernissen). Hinderpaal is eigenlijk een paal, die in den weg staat; figuurlijk, alles wat de uitvoering van iets bemoeilijkt (hinderpalen uit den weg ruimen); beletsel hetgeen, zoolang het bestaat, de verrichting onmogelijk maakt (een beletsel om uit te gaan). Belet ziet uitsluitend op de verhindering om iemands bezoek af te wachten. Belet vragen is dus eene verkorting voor: vragen of er ook belet is. (Zie ook belemmeren.)

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 249:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0031 c