inrekenen

als woordenboektrefwoord:

inrekenen:
(ingerekend), vuur met as bedekken; iem. gevangennemen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

inrekenen (ww) :
arresteren, gevangenzetten, in de bak stoppen, in hechtenis nemen, opleiden, oppakken, pakken

als synoniem van een ander trefwoord:

arresteren (ww) :
aanhouden, gevangennemen, in de kraag grijpen, in hechtenis nemen, inrekenen, oppakken, pakken, vangen, vastzetten, vatten
gevangennemen (ww) :
arresteren, gevangenmaken, inrekenen, klissen, oppakken, pakken, vastkrijgen, vastzetten, vatten
pakken (ww) :
aanhouden, arresteren, betrappen, gevangennemen, inrekenen, snappen, vangen
aanhouden (ww) :
arresteren, gevangennemen, in de kraag grijpen, inrekenen, klissen
opleiden (ww) :
arresteren, inrekenen, opbrengen, voorgeleiden, voorleiden
oppakken (ww) :
gevangennemen, inrekenen
opbrengen (ww) :
arresteren, inrekenen

woordverbanden van ‘inrekenen’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

inrekenen
bevrijden, verlossen

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0052 c