kans

als woordenboektrefwoord:

kans:
v. (-en), goede gelegenheid ; wisselvalligheid; uitzicht.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kans (zn) :
gelegenheid, toeval, buitenkans, bof, tref, hazard
kans (zn) :
mogelijkheid, chance, waarschijnlijkheid
kans (zn) :
willekeur, wisselvalligheid
kans (zn) :
aanleiding, vooruitzicht

als synoniem van een ander trefwoord:

perspectief (zn) :
toekomst, mogelijkheid, kans, vooruitzicht, toekomstperspectief, toekomstmogelijkheden
uitzicht (zn) :
kijk, verwachting, kans, vooruitzicht, perspectief, hoop, prospect
mogelijkheid (zn) :
gelegenheid, kans, potentie, eventualiteit, possibiliteit
toeval (zn) :
toevalligheid, geval, kans, lot, casus, gelijktijdigheid
gelegenheid (zn) :
mogelijkheid, kans, aanleiding, tijd, moment, occasie

woordverbanden van ‘kans’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

kans
onkans

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c