kennen

als woordenboektrefwoord:

kennen:
(gekend), weten, verstaan.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kennen (ww) :
herkennen, thuisbrengen, identificeren
kennen (ww) :
weten, beheersen, geleerd hebben
kennen (ww) :
verstaan

als synoniem van een ander trefwoord:

beheersen (ww) :
meester zijn, kennen, machtig zijn, inhouden, kunnen, bedwingen, onder de knie hebben, in de hand hebben, breidelen
verwittigen (ww) :
berichten, kennen, inlichten, waarschuwen, kennis geven, informeren, mededelen, attenderen, meedelen, aanzeggen
onderkennen (ww) :
onderscheiden, inzien, kennen, herkennen, beseffen
verstaan (ww) :
weten, kennen, beheersen, begrijpen, snappen
weten (ww) :
kennen

woordverbanden van ‘kennen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Een ding door middel van zijne kenteekenen van andere dingen onderscheiden. Kennen is iets met de zintuigen waarnemen, en het in het geheugen bewaren. Erkennen sluit in de meeste gevallen kennen in, met de bijgedachte dat men voor zijne kennis openlijk uitkomt. Ik ken hem als mijn weldoener, en ik zal hem altijd als zoodanig erkennen. Het is in deze beteekenis hetzelfde als bekennen, verklaren, betuigen. Erken uwe schuld. Erkent gij mij voor uw leidsman? Verder: verklaren iets te kennen, en de juistheid of het recht van iets aan te nemen, iemands rechten, iemands macht erkennen. Herkennen is opnieuw kennen, zich bewust worden, als men iemand of iets in het gezicht krijgt, dat men hem of het te voren gezien of gekend heeft. Wij hadden elkander in jaren niet gezien, maar hij was zoo weinig veranderd, dat ik hem op het eerste gezicht herkende. Onderkennen is iets kennen of herkennen, wanneer het zich bevindt te midden van andere voorwerpen van dezelfde soort; derhalve de eene zaak van de andere onderscheiden. Ieder moet goed en kwaad kunnen onderkennen.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 157:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 252:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
bijwoord / bijvoeglijk naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0044 c