klont

als woordenboektrefwoord:

klont:
v. (-en), een vormloos stuk; geronnen stukje ; stukje suiker.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

klont (zn) :
bonk, klodder, klonter, kluit, kwak, mop

als synoniem van een ander trefwoord:

klomp (zn) :
blok, bonk, brok, homp, hoop, kloef, klont, kluit, massa, slomp, stuk
klodder (zn) :
klad, klak, klont, kluit, mop, plakkaat, plek, vlek
kwak (zn) :
klak, klets, klodder, klont, kluit, plets, spat
kluit (zn) :
bonk, brok, klodder, klomp, klont, kwak, wegge
zode (zn) :
graszode, klomp, klont, kluit, plag, turf
bonk (zn) :
brok, homp, klomp, klont, kluit
mop (zn) :
brok, klodder, klont, stuk

woordverbanden van ‘klont’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

klomp, klont, kluit, homp

Eene vormlooze massa van tamelijke grootte noemt men klomp; eene dito massa van mindere grootte klont of kluit. Een ongeschikt brok van iets noemt men homp; men bezigt het bij voorkeur van brood of vleesch. Een homp brood. Een klomp aarde, boter. Kluiten boter zijn stukken boter, zooals die op sommige plaatsen aan de markt gebracht worden. De kleinere stukken van sommige voorwerpen heeten klont, die van andere kluit. Een, klont suiker of boter. Klonten in de melk. Eene kluit aarde, een kluitje turf. Figuurlijk: Hij is uit de Muiten gewassen (groot geworden). Op de kluiten komen (rijk worden).

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 314:

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0146 nc