lof

als woordenboektrefwoord:

lof:
m. lofspraak, eer.
lof:
o. (R.-K.) avondgodsdienstoefening.
lof:
o. een moesgroente : Brussels lof.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

lof (zn) :
onderscheiding, roem, eer, laus
lof (zn) :
witlof, cichorei
lof (zn) :
gebladerte
lof (zn) :
loftuiting
lof (zn) :
pluim

als synoniem van een ander trefwoord:

roem (zn) :
beroemdheid, luister, bekendheid, grootheid, aanzien, naam, eer, roep, glorie, lof, heerlijkheid, gloria, faam, vermaardheid, verheerlijking, stralenkrans, celebriteit, befaamdheid, renommee
eer (zn) :
onderscheiding, roem, glorie, eerbetoon, lof, ere, hulde, verering, eerbewijs, hommage, huldebetoon, honneur

woordverbanden van ‘lof’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c