lummel

als woordenboektrefwoord:

lummel:
m. (-s), lomperd; onnozele bloed.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

lummel (zn) :
hangoor, knul, knuppel, lapzwans, lorres, lomperd, pummel, sufferd
lummel (zn) :
blinde

als synoniem van een ander trefwoord:

lomperd (zn) :
boer, boerenkinkel, boerenpummel, botterik, buffel, guil, hannekemaaier, kaffer, kinkel, knul, knuppel, loebas, loeris, lomperik, lorejas, lummel, plomperd, pummel, stoffel, sukkel, vlegel
vlegel (zn) :
blaag, botterik, hond, kataas, kinkel, kwajongen, lomperd, lummel, rekel, schoft, vlerk
mispunt (zn) :
kwal, lammeling, lummel, ongeluk, ploert, secreet
prul (zn) :
lammeling, lummel, nul
lapzwans (zn) :
lummel, nietsnut
hangoor (zn) :
loboor, lummel

woordverbanden van ‘lummel’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0043 c