mangel

als woordenboektrefwoord:

mangel:
m. (-s), werktuig om stoffen glad te maken.
mangel:
o. gebrek.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

mangel (zn) :
gebrek, behoefte, gemis
mangel (zn) :
kalander

als synoniem van een ander trefwoord:

gebrek (zn) :
nood, tekort, stoornis, behoefte, schaarste, gemis, armoede, ontbering, mangel, ledigheid, deprivatie, schaarsheid, ontoereikendheid, behoeftigheid
gemis (zn) :
afwezigheid, nood, tekort, ontbreken, behoefte, schaarste, ontbering, mangel, deprivatie
behoefte (zn) :
vraag, nood, tekort, verlangen, gebrek, gemis, mangel, noodwendigheid
kalander (zn) :
mangel, klander, glansmachine

woordverbanden van ‘mangel’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

gebrek, mangel

Beide woorden drukken de ontstentenis van iets aan, dat nader wordt opgegeven; mangel is verouderd en wordt alleen in deftige of in dichterlijke taal nog gehoord. Bij gebrek aan bewijs; gebrek aan geld.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 402:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 310:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c