nadrukkelijk

als woordenboektrefwoord:

nadrukkelijk:
bn. bw. (-er, -st), met klem.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

nadrukkelijk (bn) :
duidelijk, met nadruk, met klem, uitdrukkelijk, pertinent, vigoureus, geprononceerd, emfatisch

als synoniem van een ander trefwoord:

flagrant (bn) :
opvallend, overduidelijk, nadrukkelijk, duidelijk, onmiskenbaar, onweerlegbaar, zonneklaar, schromelijk, onloochenbaar
uitdrukkelijk (bn) :
speciaal, nadrukkelijk, bepaald, duidelijk, beslist, expliciet, pertinent
pregnant (bn) :
nadrukkelijk, veelzeggend, betekenisvol, veelbetekenend, zinrijk
duidelijk (bn) :
opvallend, nadrukkelijk, uitdrukkelijk, expliciet, onverbloemd, onomwonden
geprononceerd (bn) :
overduidelijk, nadrukkelijk, uitgesproken, bepaald, beslist
formeel (bn) :
nadrukkelijk, bepaald, duidelijk, uitdrukkelijk, pertinent
dringend (bn) :
nadrukkelijk, krachtig, aanhoudend, gebiedend, smekend
expliciet (bn) :
nadrukkelijk, duidelijk, uitdrukkelijk
pontificaal (bn) :
nadrukkelijk, breeduit, onverholen
emfatisch (bn) :
nadrukkelijk
pertinent (bw) :
nadrukkelijk, beslist, absoluut, stellig
ten zeerste (bw) :
nadrukkelijk, met klem, uitdrukkelijk
specifiek (bw) :
nadrukkelijk, expliciet

woordverbanden van ‘nadrukkelijk’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

nadrukkelijk
impliciet

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0033 c