ontbreken

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

ontbreken (ww) :
falen, missen, mankeren, schorten, mangelen

als synoniem van een ander trefwoord:

mankeren (ww) :
missen, ontbreken, tekortkomen
missen (ww) :
ontbreken, mankeren, schorten
schorten (ww) :
ontbreken, haperen, mankeren
schelen (ww) :
missen, ontbreken
falen (ww) :
ontbreken
mangelen (ww) :
ontbreken
tekort (zn) :
kort, ontbreken, gebrek, tekortkoming, behoefte, schaarste, gemis, deficiëntie, manco, deprivatie, ontoereikendheid
gemis (zn) :
afwezigheid, nood, tekort, ontbreken, behoefte, schaarste, ontbering, mangel, deprivatie
afwezigheid (zn) :
ontbreken, verzuim, absentie, verstek, ontstentenis, forfait, absenteïsme

woordverbanden van ‘ontbreken’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 166:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0062 c