oorsprong

als woordenboektrefwoord:

oorsprong:
m. (-en), begin, ontstaan.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

oorsprong (zn) :
bron, geboorte, zaad, beginsel, begin, wortel, stam, grondslag, kiem, ontstaan, aanvang, ader, bakermat, genesis, wording
oorsprong (zn) :
afkomst, herkomst, komaf, origine, afstamming, roots
oorsprong (zn) :
oorzaak

als synoniem van een ander trefwoord:

grondslag (zn) :
grond, basis, opzet, beginsel, begin, uitgangspunt, onderbouw, onderlaag, oorsprong, fundering, fundament, ondergrond, hoeksteen, pijler, substraat, hoofdbestanddeel, basisprincipe, grondvesting, fondement, fondament
ontstaan (zn) :
oorzaak, opkomst, oorsprong, aanvang, genesis, wording, wordingsproces, wordingsgeschiedenis, ontstaansgeschiedenis, genese
origine (zn) :
bron, afkomst, wortel, stam, herkomst, oorsprong, kiem, komaf, afstamming
herkomst (zn) :
afkomst, oorsprong, komaf, origine, afstamming, descendentie
afkomst (zn) :
geboorte, herkomst, oorsprong, komaf, origine, afstamming
bron (zn) :
oorzaak, begin, wortel, stam, oorsprong, kiem, origine
begin (zn) :
bron, wortel, stam, oorsprong, origine
geboorte (zn) :
oorsprong, kiem, ontstaan, bakermat
wortel (zn) :
bron, oorzaak, basis, oorsprong
bakermat (zn) :
begin, oorsprong, kweekplaats
zaad (zn) :
beginsel, begin, oorsprong
beginsel (zn) :
begin, oorsprong, aanvang
ader (zn) :
bron, oorzaak, oorsprong
kiem (zn) :
haard, wortel, oorsprong
oorzaak (zn) :
bron, wortel, oorsprong

woordverbanden van ‘oorsprong’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Deze woorden drukken uit de betrekking van een persoon tot zijne ouders of voorouders. Geboorte is het meest beperkt; het geeft alleen de betrekking tot de ouders aan. Hij was niet van hooge geboorte. Afkomst kan zoowel de ouders en voorouders, als het volk in het algemeen, waaruit iemand afstamt, omvatten. Men kan het van volken evenzeer als van personen gebruiken. Afkomst en afstamming staan elkander in beteekenis zeer na, en worden dikwijls door elkaar gebruikt, doch afkomst is, evenals ook herkomst, onbepaalder en wordt meer in algemeenen zin gebruikt voor het afstammen van iemand, of het komen uit een land of streek, terwijl afstamming meer in het oog houdt, dat er, door het afkomen van één stam, bloedverwantschap bestaat in nederdalende lijn. De oorsprong geeft aan waaruit iemand of iets is voortgesproten; het ziet dus meer op het begin der betrekking. De oude afkomst van zijn geslacht wordt niet betwist. Zijne afstamming van den bekenden Graaf van Egmond kan niet bewezen worden. Iemand kan een Franschman van geboorte, maar Nederlander van afkomst zijn. Vele Nederlandsche families zijn van vreemde herkomst. De oorsprong van zijn geslacht is moeielijk na te gaan.

bron, oorsprong

De gezamenlijke bronnen eener rivier vormen den oorsprong der rivier. Het eerste ziet meer op het ontstaan van den waterstroom, oorsprong op de herkomst van de rivier. Figuurlijk gebruikt men bron en oorsprong juist omgekeerd; het eerste voor de naaste, het tweede voor de meer verwijderde aanleiding eener zaak.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 116:

afkomst, geboorte, oorsprong

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 417:

bron, oorsprong

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 372:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0035 c