oprichten

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

oprichten (ww) :
opbouwen, vestigen, organiseren, bouwen, opzetten, openen, vormen, instellen, construeren, stichten, institueren, grondvesten
oprichten (ww) :
optrekken, rechtop zetten, opheffen, overeind zetten, opstellen

als synoniem van een ander trefwoord:

vormen (ww) :
samenstellen, bouwen, ontwerpen, uitwerken, smeden, aanleggen, oprichten, maken, voortbrengen, ontplooien, ontwikkelen, construeren, modelleren, scheppen, boetseren, opwerpen, stichten, opstellen, vormgeven, formeren, creëren
organiseren (ww) :
houden, geven, oprichten, regelen, beleggen, op touw zetten, ritselen, versieren, voorzien in, klaarspelen, klaren, bolwerken, initiëren, fiksen, in het leven roepen
opbouwen (ww) :
samenstellen, componeren, bouwen, aanleggen, opzetten, oprichten, optrekken, maken, construeren, in elkaar zetten, monteren, assembleren
bouwen (ww) :
samenstellen, aanleggen, opzetten, oprichten, optrekken, vormen, maken, construeren, fabriceren, stichten, opstellen
opstellen (ww) :
inzetten, bouwen, neerzetten, opzetten, oprichten, plaatsen, aanbrengen, construeren, zetten, gereedmaken
vestigen (ww) :
neerstrijken, oprichten, instellen, gronden, stichten, inplanten, institueren, grondvesten, constitueren
stichten (ww) :
bouwen, vestigen, beginnen, oprichten, instellen, gronden, funderen, institueren, grondvesten
opzetten (ww) :
opbouwen, bouwen, beginnen, oprichten, optrekken, ondernemen, stichten, opstellen, beramen
instellen (ww) :
vestigen, oprichten, invoeren, stichten, creëren, institueren, grondvesten
verhogen (ww) :
opbouwen, oprichten, optrekken, opheffen, ophogen, verheffen
openen (ww) :
beginnen, openstellen, opzetten, oprichten, ontsluiten
creëren (ww) :
oprichten, instellen, stichten, in het leven roepen
grondvesten (ww) :
vestigen, neerzetten, oprichten, instellen, stichten
opslaan (ww) :
neerzetten, oprichten, opstellen
planten (ww) :
oprichten

woordverbanden van ‘oprichten’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Tijdelijke woningen of gebouwen, die licht en dicht vervaardigd worden, zooals kramen, kermistenten, barakken, enz., worden opgezet; van een monument of standbeeld, dat men uit eene horizontale positie in loodrechten stand brengt, zegt men dat het wordt opgericht; waar een geraamte van iets in elkaar wordt gezet, b.v. van de spanten van een schip, zegt men dat het wordt opgesteld; blijvende woningen, uit duurzamer grondstoffen en met meer zorg samengesteld, worden gebouwd; monumentale gebouwen zooals kloosters, kerken, paleizen, universiteitsgebouwen, enz., worden gesticht. Figuurlijk zegt men ook een rijk stichten voor een rijk grondvesten. In de uitdrukking bouw en trouw met uws gelijk heeft bouwen niet de beteekenis van een gebouw tot stand brengen, maar de thans verouderde beteekenis van wonsn, die men ook in afgeleide substantiva als buur, boer e. a. aantreft.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

bouwen, opslaan, oprichten, stichten

Uit bouwstoffen een geheel vormen.

Oprichten (letterlijk „omhoog heffen") gebruikt men, om aan te duiden, dat iets uit den horizontalen in den verticalen stand moet komen: een standbeeld oprichten. Opslaan zegt men van tijdelijke verblijven, die licht en dicht zijn en weinig moeite vereischen: tenten opslaan. Bouwen gebruikt men van blijvende woningen, die uit duurzamer stoffen en met grooter zorg worden samengesteld: een school bouwen. Stichten zegt men van duurzamer en hechter gebouwen: een kerk stichten. (Een stift, d.i. sticht, heet een groot gebouw voor geestelijken: klooster, abdij, enz.) Figuurlijk bezigt men stichten ook voor grondvesten: een stad stichten, een fonds voor ouden van dagen stichten; liefdadige stichtingen. Van vereenigingen zegt men meer oprichten.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 400:

bouwen, oprichten, stichten

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 65:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

oprichten
besluiten, beëindigen, liquideren, ontbinden, opheffen

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0033 c

[foutje]