principe

als woordenboektrefwoord:

principe:
o. (-s), grondbeginsel.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

principe (zn) :
axioma, basisprincipe, beginsel, grondbeginsel, grondprincipe, grondregel, grondstelling, hoofdregel, idee, maxime, stelregel
principe (zn) :
grondoorzaak
principe (zn) :
wezen

als synoniem van een ander trefwoord:

beginsel (zn) :
basisprincipe, grondbeginsel, grondbegrip, grondprincipe, grondregel, grondslag, grondstelling, hoofdregel, maxime, overtuiging, principe, stelling, stelregel, uitgangspunt
stelling (zn) :
axioma, dogma, leerstelling, principe, propositie, standpunt, theorema, theorie, these, thesis, veronderstelling
stelregel (zn) :
beginsel, grondbeginsel, maxime, principe, richtsnoer, uitgangspunt
grondbeginsel (zn) :
basis, element, grondregel, principe, stelregel, uitgangspunt
idee (zn) :
concept, denkbeeld, principe
grondstelling (zn) :
beginsel, maxime, principe

woordverbanden van ‘principe’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Regel in overdrachtelijke beteekenis is een algemeen voorschrift, waarvan men in het belang van eene goede orde, enz. niet mag afwijken: taalregel, leefregel, de regel eener geestelijke orde. Stelregel is een aan de praktijk ontleende regel, dien men zich zelf stelt, om er bij voorkomende gelegenheden zijn gedrag naar in te richten. Beginselen zijn de grondslagen, en in zedelijken zin de vrucht van waarheidsliefde en nadenken, die eene innerlijke noodzakelijkheid ons dwingt ten grondslag te leggen aan al ons doen en laten. Beginsel wordt thans in de spreektaal door principe verdrongen. Mijn stelregel is nooit twee dingen te gelijk te doen. Een man van beginselen weet desnoods alleen te staan.

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0027 c