seizoen

als woordenboektrefwoord:

seizoen:
o. (-en), jaargetijde.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord:

periode (zn) :
tijdperk, tijdvak, tijd, stadium, seizoen, episode, tijdsspanne, tijdruimte
jaargetijde (zn) :
zomer, herfst, winter, lente, seizoen
campagne (zn) :
seizoen, werkseizoen
getij (zn) :
seizoen, jaargetijde

woordverbanden van ‘seizoen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c