trouwhartig

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

trouwhartig (bn) :
argeloos, fideel, gemoedelijk, goedig, goedmoedig, onbevangen, ongekunsteld, onschuldig
trouwhartig (bn) :
eerlijk, openhartig, oprecht
trouwhartig (bn) :
fideel, toegewijd, trouw

als synoniem van een ander trefwoord:

eerlijk (bn) :
betrouwbaar, deugdzaam, eerzaam, ongedwongen, open, openhartig, oprecht, rechtdoorzee, rechtschapen, rechtvaardig, trouwhartig
trouw (bn) :
bestendig, fideel, gehecht, getrouw, loyaal, standvastig, toegedaan, toegewijd, trouwelijk, trouwhartig
onschuldig (bn) :
argeloos, gedachteloos, groen, innocent, naïef, ongekunsteld, onnozel, onverdorven, trouwhartig
loyaal (bn) :
eerlijk, fair, getrouw, oprecht, rechtschapen, trouw, trouwhartig
fideel (bn) :
gemoedelijk, loyaal, trouw, trouwhartig
best (bn) :
braaf, goedhartig, goeiig, trouwhartig
toegewijd (bn) :
trouw, trouwhartig, verknocht

woordverbanden van ‘trouwhartig’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0034 c