tuig

als woordenboektrefwoord:

tuig:

o. (-en), gereedschap ; paardentuig.

tuig:

o. prullen, uitschot; slecht volk.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

tuig (zn) :

machine, werktuig, toestel, instrument, apparaat, gerei

tuig (zn) :

uitschot, gespuis, schorem, gajes, geteisem

tuig (zn) :

gereedschap, uitrusting, tuigage

tuig (zn) :

tuigje, leiband

tuig (zn) :

vissnoer

tuig (zn) :

wapen

als synoniem van een ander trefwoord:

schorriemorrie (zn) :

schuim, uitschot, tuig, gespuis, gebroed, schorem, gajes, satansgebroed, schorremorrie, addergebroed, geboefte, plebs, geteisem, rapaille, boeventuig, slangengebroed, tuig van de richel, uitvaagsel, adderengebroed, falderappes

uitrusting (zn) :

want, bewapening, tuig, installatie, bagage, benodigdheden, gerei, zwik, ammunitie, toerusting, scheepsuitrusting, equipement, outillage, rusting

gereedschap (zn) :

middel, werktuig, toebehoren, toestel, tuig, instrument, apparaat, materieel, uitrusting, gerei, utensiliën, tool

gespuis (zn) :

gemeen volk, tuig, vee, gebroed, schorem, gajes, geboefte, geteisem, rapaille, janhagel, canaille, crapuul

uitschot (zn) :

schuim, tuig, gespuis, gebroed, schorem, gepeupel, gajes, geteisem, rapaille, uitvaagsel, janhagel

schorremorrie (zn) :

uitschot, tuig, gespuis, schorem, samenraapsel, geteisem, rapaille, tuig van de richel, vullis

apparaat (zn) :

hulpmiddel, machine, werktuig, gereedschap, toestel, tuig, apparatuur, mechaniek, machinerie

instrument (zn) :

middel, werktuig, gereedschap, toestel, tuig, apparaat, gerei

schuim (zn) :

uitschot, tuig, gespuis, gepeupel, rapaille, uitvaagsel

geboefte (zn) :

tuig, gespuis, schorem, gajes, geteisem, rapaille

machine (zn) :

toestel, tuig, instrument, apparaat, mechaniek

geteisem (zn) :

uitschot, tuig, gespuis, gajes, schorremorrie

schorem (zn) :

tuig, schorremorrie, geteisem, rapaille

falderappes (zn) :

tuig, gespuis, schorremorrie, crapuul

want (zn) :

net, tuig, vistuig, scheepstouwwerk

gajes (zn) :

uitschot, tuig, gespuis, geteisem

schoelje (zn) :

tuig, schorem, geboefte

woorden met een verwante vorm:

zie ook:

bij andere sites: