uitwerken

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

uitwerken (ww) :
uitvoeren, maken, verrichten, doen, bewerken, bewerkstelligen, effectueren
uitwerken (ww) :
beïnvloeden, inwerken, tot stand brengen, invloed hebben, teweegbrengen
uitwerken (ww) :
ontwikkelen, verfijnen, detailleren, doorontwikkelen
uitwerken (ww) :
uitrekenen, berekenen

als synoniem van een ander trefwoord:

vormen (ww) :
samenstellen, bouwen, ontwerpen, uitwerken, smeden, aanleggen, oprichten, maken, voortbrengen, ontplooien, ontwikkelen, construeren, modelleren, scheppen, boetseren, opwerpen, stichten, opstellen, vormgeven, formeren, creëren
bewerkstelligen (ww) :
presteren, uitvoeren, uitwerken, volbrengen, verrichten, realiseren, vervullen, slagen, verwezenlijken, waarmaken, teweegbrengen, manoeuvreren, effectueren, verwerkelijken, volvoeren
uitvoeren (ww) :
uitwerken, volbrengen, maken, opvolgen, realiseren, vervullen, tot stand brengen, verwezenlijken, waarmaken, voltrekken, uitrichten, effectueren, ten uitvoer brengen
werken (ww) :
uitwerken, effect sorteren, helpen, beïnvloeden, dienen, invloed hebben op, invloed hebben, invloed uitoefenen op, baten
verrichten (ww) :
uitvoeren, handelen, uitwerken, volbrengen, bedrijven, plegen, doen, bewerkstelligen, uitoefenen, uitrichten
bewerken (ww) :
uitwerken, bijwerken, aanpassen, behandelen, bereiden, fatsoeneren, redigeren, omwerken, editen, bearbeiden
effectueren (ww) :
uitvoeren, uitwerken, volbrengen, verrichten, verwezenlijken, bewerkstelligen, verwerkelijken
ontwikkelen (ww) :
ontwerpen, uitstippelen, uitwerken, vormen, maken, plannen, projecteren
uitrekenen (ww) :
bepalen, uitwerken, berekenen, calculeren, becijferen, uittellen
doen (ww) :
uithalen, uitwerken, wekken

woordverbanden van ‘uitwerken’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Iets te weeg, tot stand, ten uitvoer brengen; een denkbeeld, een ontwerp verwezenlijken. Veroorzaken is iets doen plaats hebben of doen ontstaan, er oorzaak van zijn (zie beweegreden). Teweegbrengen wordt meer gebruikt van iets in beweging brengen, dus eene werking of handeling veroorzaken. Bewerken geeft te kennen het planmatig voorbereiden van datgene wat bepaalde gevolgen moet hebben, dat dus iets veroorzaken moet of teweegbrengen, zonder dat nog de bewerker zelf aan het veroorzaken of teweegbrengen behoeft deel te nemen, wat bij uitvoeren bepaald op den voorgrond staat; hij die uitvoert behoeft nog niet de bewerker te zijn. Bewerkstelligen drukt meer de daad der verwezenlijking uit, terwijl men bij uitwerken de gevolgen op het oog heeft. Wie de bewerkers van den Fransch-Duitschen oorlog geweest zijn, ligt nog in het onzekere; maar die hem veroorzaakt hebben, zijn de luchthartige Fransche ministers door hunne roekelooze oorlogsverklaring. Had Mac Molton geen uitvoering gegeven aan het gewaagde plan van Palikao om Metz te ontzetten, de Duitschers zouden de insluiting van Parijs niet hebben kunnen bewerkstelligen. Welke groote achting men Thiers ook toedroeg, zijne rondreis aan de Europeesche hoven in 1870 heeft weinig uitgewerkt. Volbrengen en volvoeren zien op de al geheele uitvoering, waardoor iets tot volkomenheid, althans tot voleindiging wordt gebracht. Mijne taak is volbracht. (Zie afdoen).

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 350:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 396:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0031 c

[foutje]