veilig

als woordenboektrefwoord:

veilig:
bn. bw. (-er, -st), buiten gevaar.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

veilig (bn) :
beschermd, beschut, betrouwbaar, pluis, safe, zeker
veilig (bn) :
behouden, ongedeerd
veilig (bw) :
gerust, zonder gevaar

als synoniem van een ander trefwoord:

betrouwbaar (bn) :
beproefd, bonafide, degelijk, deugdelijk, duurzaam, eerlijk, feilloos, getrouw, integer, onkreukbaar, solide, veilig, vertrouwd
beschut (bn) :
afgeschermd, beschermd, geborgen, gevrijwaard, luw, uit de wind, veilig
vertrouwd (bn) :
betrouwbaar, gekend, veilig, vertrouwenswaardig, zeker
behouden (bn) :
gespaard, gezond, heelhuids, ongedeerd, veilig
geborgen (bn) :
beschermd, beschut, in veiligheid, veilig
safe (bn) :
betrouwbaar, risicoloos, veilig, zeker
verantwoord (bn) :
aanvaardbaar, veilig, verstandig
zeker (bn) :
risicoloos, safe, veilig
gedekt (bn) :
beschut, veilig
pluis (bn) :
in orde, veilig
secuur (bn) :
veilig, zeker
gerust (bw) :
veilig

woordverbanden van ‘veilig’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

veilig
gevaarlijk, onveilig

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord / zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c