verenigen

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

verenigen (ww) :
samenvoegen, mengen, binden, verbinden, vermengen, combineren, samensmelten, mixen, legeren, samendoen, alliëren, mêleren, samenbundelen, amalgameren, aaneensluiten
verenigen (ww) :
sparen, verzamelen, opstapelen, ophopen, vergaren, oppotten, opsparen, compileren, bijeengaren, bijeenrapen, bijeenkrijgen, collectioneren
verenigen (ww) :
samenbrengen, concentreren, paren, integreren, groeperen, unificeren, bijeenbrengen, liëren, uniëren
verenigen (ww) :
vergaderen, scharen, samenkomen, samensmelten, bijeenkomen, samengaan, samenkrimpen, verenen

als synoniem van een ander trefwoord:

samenvoegen (ww) :
samenstellen, mengen, verbinden, samentrekken, vermengen, aansluiten, paren, verenigen, in elkaar zetten, koppelen, combineren, integreren, groeperen, ophopen, mixen, legeren, samendoen, unificeren, cumuleren, alliëren, mêleren, aaneensluiten, amalgameren, bijeenvoegen, verenen
verbinden (ww) :
samenvoegen, vastzetten, voegen, hechten, binden, schakelen, aansluiten, samenvatten, bundelen, breien, paren, verenigen, lassen, koppelen, combineren, vastmaken, associëren, engageren, aaneenschakelen, aaneenvoegen, aanhechten, vasthechten, conjugeren, samenbundelen, samenbinden, aaneensluiten, liëren, verenen
samenstellen (ww) :
opmaken, opbouwen, componeren, samenvoegen, bouwen, vormen, uitmaken, maken, construeren, schrijven, verenigen, in elkaar zetten, combineren, monteren, opstellen, gereedmaken, formeren, assembleren, compileren, ineenzetten
koppelen (ww) :
passen, voegen, samenvoegen, verbinden, samenbrengen, aansluiten, verenigen, lassen, aanhangen, associëren, vasthaken, aaneensluiten, aaneenschakelen, aaneenknopen, liëren
aansluiten (ww) :
samenvoegen, binden, schakelen, verbinden, verenigen, koppelen, aanknopen, samenknopen, aaneenvoegen, aaneensluiten, aaneenschakelen, aaneenkoppelen, liëren
associëren (ww) :
schakelen, verbinden, samenbrengen, betrekken, verenigen, koppelen, relateren, aaneenschakelen, aaneenknopen, liëren
combineren (ww) :
samenstellen, schakelen, verbinden, samenbrengen, betrekken, verenigen, koppelen, associëren, relateren
bijeenbrengen (ww) :
ophalen, verzamelen, samenbrengen, inzamelen, verenigen, vergaren, bijeenvoegen, zamelen
scharen (ww) :
voegen, verzamelen, verenigen, rangschikken, groeperen, opstellen, aaneensluiten
integreren (ww) :
samenvoegen, binden, verenigen, scharen, groeperen, aaneensluiten, uniëren
vermengen (ww) :
verenigen, samensmelten, doorspekken, alliëren, mêleren, amalgameren
concentreren (ww) :
samentrekken, verenigen, bijeenkomen, centreren, samenbundelen
samensmelten (ww) :
vermengen, bundelen, verenigen, versmelten, amalgameren
bijeenvoegen (ww) :
verzamelen, samenbrengen, verenigen, bijeenbrengen
binden (ww) :
vastleggen, verbinden, verplichten, verenigen
paren (ww) :
verbinden, verenigen, koppelen, bijeenvoegen
paren (ww) :
verenigen, combineren
liëren (ww) :
verbinden, verenigen
samenvatten (ww) :
verenigen

woordverbanden van ‘verenigen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

samenvoegen, verenigen

Twee of meer dingen bij elkander brengen om ze met elkander te verbinden. Samenvoegen heeft de algemeene beteekenis. Vereenigen is zóó samenvoegen, dat de voorwerpen na hunne samenbrenging als 't ware slechts één geheel uitmaken. Men vereenigt wat gescheiden was. De Vereenigde Nederlanden. Vandaar dat vereenigen, niet samenvoegen, gebezigd wordt in den zin van tot eenheid van gevoelen brengen of verzoenen. Zich met iemands gevoelen vereenigen Strijdende partijen vereenigen.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 233:

verenigen, samenvoegen

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

verenigen
scheiden, splitsen, vertakken

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0034 c