voorbij

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

voorbij (bn) :
achter de rug, afgedaan, afgelopen, gedaan, geleden, gepasseerd, geëindigd, klaar, om, over, passé, uit, vergaan, verlopen, verloren
voorbij (bn) :
jongstleden, laatstleden, verleden
voorbij (bn) :
vroeger, vervlogen
voorbij (vz) :
langs, na, verder

als synoniem van een ander trefwoord:

gedaan (bn) :
af, afgedaan, afgehandeld, afgelopen, einde verhaal, fini, finito, gepiept, klaar, over en uit, schluss, uit, verleden tijd, voor elkaar, voorbij
klaar (bn) :
af, afgehandeld, afgelopen, bereid, gedaan, gepiept, gereed, op, paraat, ready, rond, uit, voltooid, voor elkaar, voor mekaar, voorbereid, voorbij
verleden (bn) :
afgelopen, jongstleden, laatstleden, vervlogen, voorbij, voorbijgegaan, voorlaatst, voorleden, vorig, vroeger
afgelopen (bn) :
af, afgedaan, fini, gedaan, klaar, op, uit, verleden, verlopen, verstreken, voltooid, voorbij
verloren (bn) :
flambé, geruïneerd, gesjochten, kapoeres, naar de bliksem, naar de maan, voorbij
uit (bn) :
af, afgelopen, fini, gedaan, geëindigd, klaar, op, over, uitgelezen, voorbij
afgedaan (bn) :
afgehandeld, gedaan, geklonken, over, passé, uitgemaakt, voorbij
verlopen (bn) :
afgelopen, geleden, verjaard, verstreken, vervallen, voorbij
passé (bn) :
achterhaald, afgedaan, ouderwets, uit, verouderd, voorbij
vroeger (bn) :
gewezen, verleden, voorafgaand, voorbij, voormalig, vorig
jongstleden (bn) :
afgelopen, laatstleden, verleden, voorbij, vorig
oud (bn) :
vervlogen, voorbij, voormalig, vroeger
over (bn) :
afgedaan, voorbij
ten einde (bw) :
afgelopen, over, voorbij
om (vz) :
afgelopen, over, voorbij
langs (vz) :
aan, langsheen, voorbij
achter (vz) :
na, voorbij

woordverbanden van ‘voorbij’ grafisch weergegeven

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0027 c