wippen

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

wippen (ww) :
naaien, pompen, palen, neuken, soppen, ketsen, rampetampen, coïteren
wippen (ww) :
kantelen
wippen (ww) :
joepen

als synoniem van een ander trefwoord:

vrijen (ww) :
naaien, pakken, wippen, rammen, nemen, pompen, poepen, knuffelen, bibberen, liefhebben, bonken, flikflooien, palen, neuken, bijslapen, beminnen, pezen, soppen, ketsen, seks hebben, rollebollen, fokken, vogelen, liefkozen, bonzen, seksen, emmeren, kieren, kroelen, minnen, vozen, rampetampen, tortelen, dreutelen, minnekozen, kezen, flensen, coïteren, bedvogelen, fleppen, geslachtsgemeenschap hebben, de geslachtsdaad verrichten, figuurzagen, cohabiteren
neuken (ww) :
naaien, pakken, wippen, rammen, nemen, pompen, poepen, vrijen, bibberen, van bil gaan, bonken, palen, bijslapen, naar bed gaan met, slapen met, beminnen, pezen, soppen, ketsen, rollebollen, vogelen, seksen, emmeren, kieren, minnen, vozen, rampetampen, poken, dreutelen, kezen, flensen, coïteren, een beurt geven, de geslachtsdaad verrichten, cohabiteren, geslachtsgemeenschap hebben, het doen, een punt zetten, fleppen
kantelen (ww) :
omvallen, wippen, omkieperen, omslaan, kapseizen, kiepen, kenteren, dompen
afzetten (ww) :
ontslaan, wippen, wegsturen, onttronen, de laan uitsturen
glippen (ww) :
glijden, wippen, vallen, slippen, uitglijden
kezen (ww) :
wippen, neuken, rampetampen, poken, fleppen
fleppen (ww) :
naaien, wippen, neuken, rampetampen, kezen
kiepen (ww) :
omvallen, wippen, kantelen, omslaan
hobbelen (ww) :
schokken, stoten, wippen, hotsen
poepen (ww) :
naaien, wippen, neuken
springen (ww) :
wippen

woordverbanden van ‘wippen’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

wippen
aannemen, aanstellen, benoemen, rekruteren

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0032 c