zekerheid

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

zekerheid (zn) :
beslistheid, gewisheid, stelligheid, vastheid, zelfbewustheid, zelfvertrouwen, zelfverzekerdheid
zekerheid (zn) :
borg, garantie, gerustheid, onderpand, securiteit, veiligheid, verzekering, waarborg
zekerheid (zn) :
vastigheid

als synoniem van een ander trefwoord:

garantie (zn) :
beveiliging, borgstelling, verzekering, vrijwaring, waarborg, zekerheid
vertrouwen (zn) :
confidentie, fiducie, geloof, hoop, krediet, overtuiging, zekerheid
onderpand (zn) :
borg, pand, securiteit, waarborg, zekerheid, zekerheidstelling
veiligheid (zn) :
geborgenheid, gerustheid, securiteit, vastigheid, zekerheid
verzekering (zn) :
borg, garantie, waarborg, zekerheid
borg (zn) :
garantie, waarborg, zekerheid
beslistheid (zn) :
zekerheid
vastigheid (zn) :
zekerheid

woordverbanden van ‘zekerheid’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

borgtocht, zekerheid

Zekerheidstelling is de algemeene uitdrukking voor waarborg geven. Die zekerheid kan bestaan in zakelijke zekerheid als pand en hypotheek, en in persoonlijke zekerheid, borgtocht. Borgtocht is de verplichting, welke men op zich neemt om aan den schuldeischer de schuld, van een ander te betalen, voor 't geval die ander niet zelf daaraan voldoet. Borg blijft dus steeds een ander persoon dan de schuldenaar. De zakelijke zekerheid (pand en hypotheek) kan zoowel door een derde als door den schuldenaar zelf gegeven worden.

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

zekerheid
mogelijkheid, onzekerheid, twijfel

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord / bijwoord / bijvoeglijk naamwoord / tussenwerpsel / voornaamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c