vaandel

als woordenboektrefwoord:

vaandel:
o. (-s), banier, veldteken.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

vaandel (zn) :
vlag, standaard, wimpel, banier, vaan, drapeau, vendel

als synoniem van een ander trefwoord:

standaard (zn) :
vlag, vaandel, drapeau, dundoek
trofee (zn) :
vaandel

woordverbanden van ‘vaandel’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Veld- of legerteeken. Banier heette in de middeleeuwen het veldteeken van den baanderheer, den edelman, die het recht had in het leger van zijn leenheer een eigen vaandel te voeren; thans wordt het meestal gebruikt voor een doek met zinspreuk of wapen, dat aan een dwarsstok bevestigd is, welke aan den draagstok hangt. Vaan beteekent oorspronkelijk niet anders dan doek, en is, evenals vaandel, een stuk doek met een teeken of bepaalde kleuren aan een draagstok. Eene vlag is een stuk doek van lichte, gekleurde stof, dat, aan eene stang gehecht, als vreugdeteeken uitgestoken wordt, of door welker kleuren en teekens men aan anderen op grooten afstand seinen kan geven. Dikwijls worden vaandel en vlag voor elkaar gebruikt, doch nooit in uitdrukkingen als de witte vlag vertoonen; omgekeerd spreekt men niet van eene vlag van eene vereeniging, maar altijd van een vaandel. Standaard was oorspronkelijk een veldteeken zonder doek. Tusschen de vijf woorden bestaat thans alleen dit verschil, dat banier en vaan dichterlijke uitdrukkingen zijn, dat vaandel meer van. eene vaan bij het voetvolk, standaard van eene ruitervaan gebezigd wordt, terwijl in de scheepstaal alleen van vlaggen sprake is.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 198:

banier, standaard, vaan, vaandel

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0023 c