Nederlandse synoniemen voor 'pocher'

N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor pocher.

pocher (zn):
grootspreker(nl) (pejoratief) iemand die opschept over zichzelf.
(de) jemand, der gerne und häufig angibt/aufschneidet/prahlt.
, snoever(nl) (pejoratief) iemand die opschept over zichzelf.
(en) one who constantly brags or boasts.
, dikdoener(nl) (pejoratief) iemand die opschept over zichzelf., stoefer(nl) (pejoratief) iemand die opschept over zichzelf., kakmaker(nl) (pejoratief) iemand die opschept over zichzelf., opsnijder(nl) (pejoratief) iemand die opschept over zichzelf., charlatan(nl) (pejoratief) iemand die opschept over zichzelf., windbuil(nl) (pejoratief) iemand die opschept over zichzelf., schreeuwlelijk(nl) (pejoratief) iemand die opschept over zichzelf., showbink(nl) (pejoratief) iemand die opschept over zichzelf., praatjesmakers(nl) (pejoratief) iemand die opschept over zichzelf., praalhans(nl) (pejoratief) iemand die opschept over zichzelf., patser(nl) (pejoratief) iemand die opschept over zichzelf., blaaskaak(nl) (pejoratief) iemand die opschept over zichzelf., opschepper(nl) (pejoratief) iemand die opschept over zichzelf., bluffer(nl) (pejoratief) iemand die opschept over zichzelf., aansteller(en) one who constantly brags or boasts., grootsprekster(de) jemand, der gerne und häufig angibt/aufschneidet/prahlt.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken