aanstoot

als woordenboektrefwoord:

aanstoot:
m. ergernis.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

aanstoot (zn) :
ergernis

als synoniem van een ander trefwoord:

ergernis (zn) :
irritatie, aanstoot, ontstemming, getergdheid, geprikkeldheid, gekweldheid
schandaal (zn) :
aanstoot, opspraak, ergernis

woordverbanden van ‘aanstoot’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

aanstoot, ergernis

De beleedigende of kwetsende gewaarwording, die iemand ondervindt bij hetgeen zijn zedelijk of godsdienstig gevoel, of wel zijne eigenliefde beleedigt of kwetst. Aanstoot is minder dan ergernis. Hij, die lichtzinnig spreekt, geeft aanstoot; hij, die goddelooze taal voert, geeft anderen ergernis. Verder bestaat er tusschen beide woorden nog dit verschil, dat ergernis meer slaat op het gevoel van hem, die geërgerd wordt, aanstoot op de daad van hem die ergert.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 58:

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord
werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c