afzijn

als woordenboektrefwoord:

afzijn:
o. afwezigheid.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord: niet gevonden.

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Het niet zijn op de plaats, waar men kon verwacht worden te zijn. Tusschen afwezigheid en afwezendheid is hetzelfde verschil als tusschen afwezig en afwezend, doch afwezendheid is minder in gebruik en wordt veelal vervangen door afwezen. Afwezen veronderstelt dat men niet tegenwoordig is, waar eene handeling plaats heeft, tot welker voltrekking men mede had moeten werken; het heeft de bijgedachte dat het niet tegenwoordig zijn een gemis doet ontstaan, dat óf door den afwezende óf door het gezelschap, waar hij niet tegenwoordig is, wordt gevoeld. Terwijl afwezigheid het niet ter plaatse, doch elders vertoeven uitdrukt, geeft ontstentenis het geheel ontbreken, het niet zijn aan. Afzijn wordt thans meer dan vroeger voor afwezen gebruikt. Hoewel eigenlijk alleen van personen gebruikelijk, komt het soms voor ten opzichte van zaken, b.v. afzijn van verweerd marmer (Hofdijk), afzijn van eigenschappen (Bosboom — Toussaint). Afwezigheid heeft de ruimste opvatting; de andere woorden, behalve ont stentenis staan in beteekenis gelijk.

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0018 c