blakeren

als woordenboektrefwoord:

blakeren:
(geblakerd), zengen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

blakeren (ww) :
verbranden, schroeien, verzengen, zengen

als synoniem van een ander trefwoord:

schroeien (ww) :
uitbranden, verbranden, uitdrogen, verschroeien, blakeren, verzengen, dichtschroeien, zengen
branden (ww) :
schroeien, afbranden, roosteren, blakeren, verzengen, zengen
verbranden (ww) :
schroeien, verschroeien, blakeren, verzengen, zengen
verschroeien (ww) :
verbranden, schroeien, blakeren, verzengen
schroeien (ww) :
branden, blakeren, zengen

woordverbanden van ‘blakeren’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

blakeren:
schroeien, zengen
schroeien:
zengen, blakeren
zengen:
blakeren, schroeien, broeien

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

blaken, blakeren, schroeien, zengen

Een voorwerp aan te groote hitte blootstellen, of door de vlam halen, zoodat de oppervlakte van het. voorwerp gedeeltelijk verbrandt. Blaken wordt, behalve in de uitdrukking branden en blaken bijna uitsluitend gezegd met een schip of vaartuig als voorwerp. Het beteekent dan: het schip met brandend riet rondom zengen, om het voor den worm te bewaren. Meestal wordt het echter ook in deze uitdrukking vervangen door het meer gewone blakeren dat zoowel van menschen als levenlooze voorwerpen gezegd wordt. Het huis was geblakerd = de muren vertoonden uitwendig de sporen van brand. Met geblakerde gezichten = met gloeiend beete, bijna verbrande gezichten. Schroeien is het afbranden der uiterste d.eelen, terwijl het inwendige ongedeerd blijft, of ook in 't algemeen: aan de oppervlakte verbranden. Hoenders schroeien = geplukte hoenders boven het vuur houden om er de kleine veertjes af te branden. Hij is te dicht bij de kachel geweest en heeft zijne broek geschroeid. Zengen heeft dezelfde beteekenis als schroeien, 't wordt echter bij voorkeur gezegd van haren, veeren of andere voorwerpen, bij welker verbranding geene vlam ontstaat. Hoenders zengen hoenders schroeien. De plant tras door de felle zonnestralen gezengd.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 372:

blaken, blakeren, schroeien, zengen

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0023 c

[foutje]