delen

als woordenboektrefwoord:

delen:
(gedeeld), tot delen maken ; uitdelen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

delen (ww) :
scheiden, splitsen, verdelen, opsplitsen, opdelen, onderverdelen, compartimenteren
delen (ww) :
participeren, meedoen, deelnemen, deelhebben
delen (ww) :
deelnemen, meevoelen, meeleven, zich inleven
delen (zn) :
uitdelen, geven, verdelen, distribueren

als synoniem van een ander trefwoord:

scheiden (ww) :
onderscheiden, afzonderen, delen, isoleren, verwijderen, vertakken, separeren, aftakken, afsplitsen
deelnemen (ww) :
participeren, meedoen, meespelen, delen, meewerken, meedelen
verdelen (ww) :
scheiden, splitsen, breken, opsplitsen, delen, opdelen
inleven (ww) :
verplaatsen, delen, meevoelen, meeleven
participeren (ww) :
meedoen, deelnemen, delen

woordverbanden van ‘delen’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

delen, scheiden

In het algemeen kan men zeggen, dat men het gelijkslachtige deelt, het ongelijkslachtige scheidt. Men deelt eene erfenis, een stuk vleesch, eene som geld. De bokken worden van de schapen gescheiden. De scheikunde houdt zich o.a. bezig met het scheiden der stoffen in hunne verschillende bestanddeelen. De ontbinding van een huwelijk noemt men echtscheiding. Eene vergadering, die tot nadere bijeenroeping uiteengaat, wordt gescheiden.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 25:

delen, scheiden

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

delen
vermenigvuldigen

woorden met een verwante vorm:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0018 c