dubbel

als woordenboektrefwoord:

dubbel:
bn. tweevoudig.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

dubbel (zn) :
stuntman, dubbelganger, stand-in, stuntvrouw, double
dubbel (zn) :
doorslag, kopie, afschrift, duplicaat
dubbel (zn) :
dubbelspel
dubbel (bn) :
tweedelig, tweezijdig, tweevoudig, gepaard, tweeledig, duplex, binair, tweemalig, in duplo
dubbel (bn) :
dubbelhartig, ambigu

als synoniem van een ander trefwoord:

tegenstrijdig (bn) :
tegengesteld, dubbel, strijdig, ambivalent, onverenigbaar, disparaat, contradictoir
dubbelzinnig (bn) :
verdacht, geniepig, tegenstrijdig, dubbel, achterbaks, dubieus, equivoque, ambigu
dubbelhartig (bn) :
gemeen, hypocriet, vals, dubbel, huichelachtig, geveinsd
tweevoudig (bn) :
dubbel, tweemaal, tweeledig, duplex, tweetallig
binair (bn) :
dubbel, tweeledig, tweetallig
tweeledig (bn) :
dubbel, tweevoudig
tweevoudig (bn) :
dubbel, duaal
kopie (zn) :
doorslag, dubbel, afschrift, reproductie, fotokopie, duplicaat, apograaf

woordverbanden van ‘dubbel’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

dubbel
enkel

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0046 c