jammeren

als woordenboektrefwoord:

jammeren:
(gejammerd), weeklagen, treuren.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

jammeren (ww) :
klagen, zeuren, kreunen, janken, kermen, jengelen, blèren, weeklagen, jeremiëren, lamenteren

als synoniem van een ander trefwoord:

zeuren (ww) :
kwijlen, klagen, kloten, vervelen, klooien, mekkeren, mieren, melken, donderen, zagen, klieren, zeiken, malen, zieken, jammeren, ouwehoeren, drammen, jengelen, kankeren, emmeren, zijn beklag doen over, zaniken, neuzelen, reutelen, zemelen, zeveren, dreinen, lazeren, mauwen, jeremiëren, kutkammen, zich beklagen over, ziegezagen, zemelknopen, kwezelen, meieren, palaveren, simmen, mekken, drenzen, urmen
klagen (ww) :
mopperen, grommen, huilen, brommen, mekkeren, piepen, knorren, loeien, jammeren, kermen, zaniken, weeklagen, jeremiëren, lamenteren, mommelen, mummelen, urmen
grienen (ww) :
huilen, snikken, snotteren, janken, jammeren, jengelen, dreinen, drenzen
treuren (ww) :
klagen, zuchten, jammeren, kniezen, weeklagen, jeremiëren, lamenteren
kermen (ww) :
huilen, pruttelen, mokken, jammeren, weeklagen, lamenteren, urmen
weeklagen (ww) :
klagen, loeien, jammeren, kermen, jeremiëren, lamenteren
janken (ww) :
huilen, jammeren, kermen, jengelen, blèren, grienen
jengelen (ww) :
snotteren, janken, jammeren, grienen, jangelen
lamenteren (ww) :
jammeren, kermen, weeklagen, jeremiëren
zuchten (ww) :
kreunen, steunen, jammeren, kermen
piepen (ww) :
klagen, jammeren

woordverbanden van ‘jammeren’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 197:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0023 c