kapot

als woordenboektrefwoord:

kapot:
v. (-ten), soldatenoverjas.
kapot:
bn. stuk, gebroken ; versleten.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kapot (bn) :
stuk, van zijn stuk, diep bedroefd, verslagen, gebroken, ontzet, kaduuk, naar de maan, naar de knoppen, naar de filistijnen, kapoeres
kapot (bn) :
moe, versleten, op, doodmoe, dood, afgemat, uitgeput, afgepeigerd, doodop, bekaf, geradbraakt, total loss, pompaf
kapot (bn) :
beschadigd, gebroken, gescheurd
kapot (bn) :
stuk, buiten dienst, defect
kapot (bn) :
opgetogen, weg

als synoniem van een ander trefwoord:

uitgeteld (bn) :
op, doodmoe, dood, kapot, afgemat, uitgeput, afgepeigerd, doodop, bekaf, geradbraakt, murw, gevloerd, afgesloofd, total loss, uitgevloerd, afgedraaid, pompaf
versleten (bn) :
verbruikt, kaal, oud, op, afgetrapt, zwak, kapot, afgedragen, vodderig, uitgediend, schabberig, kramakkel, afgesleten, sleets
uitgeput (bn) :
op, dood, kapot, afgemat, afgepeigerd, doodop, bekaf, geradbraakt, uitgevloerd, total loss, afgesloofd, afgedraaid, pompaf
bouwvallig (bn) :
vervallen, wrak, gehavend, kapot, gammel, krakkemikkig, kaduuk, haveloos, verwaarloosd, kramakkel, instortend
stuk (bn) :
beschadigd, in stukken, buiten werking, gebroken, defect, kapot, onklaar, gescheurd, aan gruzels
afgemat (bn) :
doodmoe, kapot, uitgeput, afgepeigerd, doodop, uitgewoond, moegestreden, afgesloofd
afgepeigerd (bn) :
moe, op, doodmoe, kapot, afgemat, uitgeput, doodop, afgeleefd, gesloopt, afgedraaid
doodop (bn) :
op, dood, kapot, afgemat, uitgeput, afgepeigerd, bekaf, geradbraakt, pompaf
afgedraaid (bn) :
op, uitgeteld, doodmoe, kapot, afgemat, uitgeput, bekaf
gebroken (bn) :
stuk, aan stukken, kapot, aan diggelen, gescheurd
op (bn) :
verbruikt, versleten, kapot, overwerkt, uitgeput
defect (bn) :
stuk, beschadigd, kapot, gebrekkig, geschonden
verslagen (bn) :
kapot, ontzet, verwezen, terneergeslagen
kaduuk (bn) :
vervallen, versleten, kapot, bouwvallig
gaar (bn) :
lens, uitgeblust, kapot, afgepeigerd
kapoeres (bn) :
weg, verloren, kapot, kapoerewiet
gebroken (bn) :
op, kapot, afgepeigerd
dood (bn) :
kapot, uitgespeeld
onklaar (bn) :
stuk, defect, kapot
lek (bn) :
open, stuk, kapot

woordverbanden van ‘kapot’ grafisch weergegeven

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 151:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

kapot
heel

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0027 c