log

als woordenboektrefwoord:

log:
bn. bw. (-ger, -st), moeilijk te bewegen ; vadsig ; dom.
log:
v. (-gen), toestelletje om de snelheid van een schip te bepalen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

log (bn) :
zwaar, lomp, plomp, onbehouwen
log (bn) :
zwaar, onhandelbaar
log (bn) :
traag, loom, vadsig
log (bn) :
vaartmeter
log (bn) :
dik

als synoniem van een ander trefwoord:

lomp (bn) :
grof, onfatsoenlijk, onhandig, onbeleefd, onbeschaamd, woest, onbeschoft, barbaars, bot, primitief, rauw, ongemanierd, onbeschaafd, onbeholpen, ruw, plomp, boers, log, ongelikt, bokkig, onbehouwen, onheus, onhebbelijk, lummelig, ongracieus, onbevallig, laag-bij-de-gronds
dik (bn) :
rond, opgezet, gevuld, stevig, mollig, gezwollen, zwaar, bol, vet, fors, gezet, opgezwollen, vol, omvangrijk, zwaarlijvig, log, vlezig, lijvig, corpulent, paf, volumineus, welgedaan
traag (bn) :
lui, suf, sloom, passief, slepend, langzaam, laks, lamlendig, log, loom, vadsig, lijzig, flegmatiek, inert, indolent, traagzaam
plomp (bn) :
grof, onbeleefd, bot, lomp, ruw, log, botweg, onbehouwen, onhebbelijk, vormloos, ongracieus, lummelachtig, Aarlanderveens
loom (bn) :
slaperig, maf, traag, suf, mat, laf, slap, langzaam, futloos, log, pafferig, paf
zwaar (bn) :
grof, vet, fors, massief, zwaarlijvig, log, dik, lijvig, zwaargebouwd
onbehouwen (bn) :
onhandig, grof, bot, ongemanierd, lomp, ruw, plomp, log
massief (bn) :
stevig, zwaar, sterk, vast, log, solide, zwaargebouwd
pafferig (bn) :
opgezet, opgeblazen, bol, log, dik, paf
traag (bn) :
slepend, langzaam, log, stug, loom
plomp (bn) :
zwaar, log, grofgebouwd
logboek (zn) :
dagboek, register, log, scheepsjournaal, reisverslag

woordverbanden van ‘log’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Deze woorden drukken gebrek aan werklust uit. De luie heeft een afkeer van werken; de trage heeft geen ijver genoeg; de logge is plomp in zijne bewegingen; de loome is langzaam in zijne bewegingen; bij den logge is de lichaamsgestalte, bij den laatste eene aandoening van het lichaam door een invloed van buiten (b.v. warmte), of door eene ziekte, de oorzaak; de vadsige heeft het toppunt van luiheid en onverschilligheid bereikt. Wordt langzaam in gelijke beteekenis als traag gebezigd, dan geeft het eene eigenschap van den geest te kennen, die zich evenals traagheid, in gebrek aan ijver in de beweging uit.

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 82:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

log
rank

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0023 c